Gebroken gelofte

Het luiden van de klokken betekent dat het vier uur in de ochtend is, tijd voor het ochtendgebed. Ze heeft nauwelijks geslapen, zoals zoveel nachten.
Ze stapt uit bed en wast haar gezicht met het koude water uit de waskom. Daarna trekt ze haar habijt aan en duwt haar haar onder de kap.

De zusters lopen in stilte naar de abdij voor het ochtendgebed. Kon ze maar met iemand haar probleem bespreken. Ze is toch niet de enige die worstelt met vragen over liefde, seksualiteit of vrijheid?
Maar praten mag alleen tijdens het eten en dan zijn ze met de hele groep bij elkaar. Je afzonderen met een andere zuster of novice is niet toegestaan. Privacy is een onbekend begrip in het klooster.
Haar ouders vinden dat non worden haar roeping is, een vruchtbaar leven in dienst van haar geloof. Ook zij heeft dat heel lang gedacht, hoogstwaarschijnlijk mede ingegeven door de druk van haar ouders en grootouders.

Vandaag moet ze een definitieve beslissing nemen. Over twee dagen legt zij haar eeuwige geloften af. Dan is er geen weg meer terug. De innerlijke strijd verscheurt haar, deze beslissing is de moeilijkste die ze in haar nog jonge leven heeft moeten nemen. Als ze blijft zal de rest van haar leven een volledige toewijding zijn aan de dienst van God. Als ze vertrekt wordt ze verstoten door haar familie, de kerk, alles wat haar lief is maar tegelijkertijd zo is gaan tegen staan.

Na het gebed loopt ze met gebogen hoofd maar vastberaden door de gang, haar voetstappen klinken vreemd hol op de stenen vloer. De klop op de deur van de abdis is harder dan bedoeld, het “ja, kom binnen” klinkt haar hardvochtig in de oren. Alsof de abdis haar besluit al weet en haar buiten de poort heeft gezet.




© Anja, 31 augustus 2012


Een verhaal voor de WE-300. WE-300 is een uitdaging van Plato: schrijf een verhaal/blog van exact 300 woorden over een bepaald woord, maar gebruik dat woord niet in de tekst. Woord voor de maand september is: uittreding. Meer lezen of meedoen? Kijk op http://platoonline.wordpress.com.

Over vriendschap en zo…

Heel af en toe schiet het geweldige nummer van Het Goede Doel even in mijn gedachten. Vooral het refrein: “een keer trek je de conclusie, vriendschap is een illusie, vriendschap is een droom, een pakketje schroot met een dun laagje chroom”. 
De teleurstelling druipt van deze woorden af. Maar is vriendschap een illusie? Naar mijn mening is het antwoord hierop ja en nee. Ik weet het, lekker makkelijk, daar kun je alle kanten mee op.

Vriendschap bestaat, echt waar. Mensen van wie je weet dat ze er zijn, je staat voor elkaar klaar als het nodig is, je kunt alles tegen elkaar zeggen en over van alles met elkaar praten. Je hoeft elkaar niet iedere dag te zien of horen, zelfs niet iedere week of iedere maand. Maar als je elkaar dan weer ziet, dan lijkt het net of je elkaar gisteren voor het laatst hebt gesproken. Elkaar nemen zoals je bent, met alle goede en slechte eigenschappen.
Maar vriendschap moet wel groeien. Het is net als in de liefde. Je komt iemand tegen, wordt verliefd en dobbert een tijdje lekker rond op die roze wolk. Tot die roze mist optrekt en je de ware persoon ziet. Dan blijft er ofwel liefde over, ofwel niets. 
Bij vriendschap gaat het net zo. Je komt iemand tegen, er is een klik, en dan bouw je rustig aan een vriendschap. Je leert elkaar kennen, hebt lol, praat met elkaar. En het allerbelangrijkste: je leert elkaar vertrouwen. Soms ontwikkelt zich dan een vriendschap voor het leven. Soms ook niet.
Het komt uiteraard voor dat de persoon van wie je dacht dat het je vriend/vriendin zou kunnen worden, helemaal niet zo sympathiek blijkt te zijn. Dan koelt de vriendschap af en heb je daar allebei vrede mee. 
Of je komt mensen tegen met wie je het heel even heel erg leuk hebt, maar waar verder geen diepgang in zit. Like ships passing in the night. Die kom je tegen zodat je er iets van kunt leren, of zij leren iets van jou. Deze wijsheid heb ik ooit van een oude man in Schotland meegekregen. Ik vind het wel een mooie gedachte eigenlijk.
Sommige vriendschappen verwateren doordat je verhuisd bent of een heel ander leven bent gaan leiden. Ook na een (echt)scheiding worden de vriendschappen nogal eens “verdeeld”.
Allemaal heel verklaarbaar en aanvaardbaar. Het wordt lastiger als je geen clou hebt waarom een vriendschap ineens over blijkt te zijn. Als je ineens niets meer van een vriend(in) hoort of je via via hoort dat je bent ingeruild voor een andere vriend(in).

Dat  is mij in de afgelopen jaren twee keer overkomen. Een keer met een vriendin met wie ik al jaren omging, die van de ene op de andere dag incommunicado werd. Uiteraard gevraagd wat de reden was, en kreeg het “nee hoor, er is niets aan de hand!” verhaal. En hoor vervolgens weer niets meer. Natuurlijk heeft ze het druk, wie niet. Natuurlijk moet je prioriteiten stellen, wie niet. Maar verdrietig vind ik het nog steeds. Begrijpen doe ik het al helemaal niet.
De tweede keer was het een veel recentere vriendschap, die in zeer korte tijd van 0 naar 100 ging. Heel snel heel close, bijna te close. En dan wordt er iets gezegd, er gebeurd iets, iets kleins hoor, helemaal geen vreselijke of wereldschokkende dingen, en dan is een warme vriendschap ineens veranderd in een vriescel. En als je dan nog begreep hoe, wat of waarom. Of als dat “iets” nou gewoon bespreekbaar wordt gemaakt, face-to-face. Dan kun je er in ieder geval wat mee. In dit geval is bespreekbaar maken niet echt makkelijk. Heel snel van 100 naar 0. Inmiddels is ze met dezelfde snelheid een andere vriendin aan het binnenhalen. Dit is via de welbekende social media exact te volgen, er gebeurd hetzelfde als met mij vorig jaar. Ingeruild dus, zoals je een paar oude schoenen afdankt. En dat raakt me, hard. Een collega van me heeft hier een prachtige visie op: hij zegt dat sommige mensen "vrienden" zien als poppen die ze in een vitrinekast hebben staan. Soms spelen ze een tijdje met zo'n pop, totdat het leuke eraf is en dan gooien ze die weg. Ook hij spreekt uit ervaring.

Het hoort bij het leven, je ontmoet mensen en je laat mensen achter. Ik heb in dit opzicht een gezonde dosis realiteitszin en relativeringsvermogen. Maar soms ook een klein hartje. Ik vertrouw mensen niet snel. Als ik iemand wel in vertrouwen neem betekent dat heel wat en geef ik ook echt om iemand. Als je dan door dit soort mensen zo op je bek gaat, komt dat even hard aan.

Dus ja, vriendschap is soms een illusie, schroot met een heel dun laagje chroom. Gelukkig staan hiertegenover de echte vrienden, die er al jaren zijn en ook zullen blijven. Ze zijn op één hand te tellen. Dan is vriendschap werkelijkheid, een klompje goud. Die goudklompjes koester ik, voor altijd.

Even voor alle duidelijkheid: ik heb het hier over vrienden in real life, niet over Facebook-vrienden ;-) 
En ja, ik ben best teleurgesteld, maar ben niet zielig of depri. Het is soms gewoon heel erg lekker iets van je af te schrijven!


© Anja, 22-8-2012

Knuffeldieren en jeugdsentiment


Knuffeldieren, beren, knuffels in soorten en maten. Ik denk dat we er als kind allemaal wel een gehad hebben. Misschien heeft u hem nog wel bewaard. Maar ik weet zeker dat u zich hem/haar/het wel kunt herinneren. 
Mijn knuffel was een beige pluche hondje, een Cocker spaniël, luisterend naar de naam Cocky. Geloof het of niet, ik heb hem nog steeds. Niet dat ik er nog mee knuffel, daarvoor zoek ik nu een leuk medemens uit. Maar Cocky heeft nog altijd een plekje in mijn huis. Hij is inmiddels ruim 45 jaar oud en de tand des tijds is vrij mild voor hem geweest.

Als Cocky kon praten zou hij hele verhalen kunnen vertellen over wat hij met mij heeft meegemaakt en wat hij allemaal gezien heeft. Het is een bereisd hondje. Ik ging als klein meisje namelijk nergens naar toe zonder hem. Of dat nou buiten spelen was met vriendinnetjes, op visite bij opa en oma, of op vakantie, hij moest mee. En o wee als Cocky vergeten werd of niet mee mocht.

Uit mijn vage vroege herinneringen en uit verhalen van mijn moeder weet ik dat het grootste drama zich heeft afgespeeld toen we op vakantie gingen. Mijn ouders en ik gingen altijd met de auto op vakantie, twee weken kamperen in Oostenrijk of Zwitserland. De hele auto werd volgeladen met tent, tafel en stoelen, etenswaren, potten, pannen en genoeg kleding voor een half jaar. Ik, toen nog zonder broertje, had de hele achterbank voor mijzelf. Mijn vader stopte de tent tussen de achterbank en de voorstoelen, legde een slaapzak op de achterbank en Anja’s bedje was gespreid. We vertrokken rond een uur of elf ’s avonds. Ik vond dat het eerste uur altijd reuze spannend, om vervolgens in slaap te vallen en pas de volgende ochtend wakker te worden en dan met open mond naar buiten te kijken naar de mooie bergen. 
Maar deze keer ging er iets mis. We waren nog geen kwartier onderweg toen ik ontdekte dat Cocky er niet was! Ik schopte een hoop trammelant op de achterbank, zonder Cocky ging ik echt niet op vakantie. Huilen, boos, verdriet. Moeder in paniek. Vader zag de bui al hangen en is terug naar huis gereden. Cocky zat netjes te wachten op het haltafeltje waar ik hem had neergezet. Een uur later dan gepland toch op weg naar de bergen. Ik sliep al toen we twee straten verder waren, met mijn knuffel in mijn armen.

Cocky is ook op de hoogte van alle kindergeheimpjes. Omdat ik vrij lang enig kind was zocht ik buiten mijn vriendinnetjes toch iemand of iets om tegen te kletsen. Dat hondje heeft wat afgezien. Wat een verhalen kreeg hij voorgeschoteld (volgens mijn moeder was mijn fantasie als kind ook al grenzeloos). Hij was ook gewillig slachtoffer voor mijn “schoolklas”, samen met de poppen en barbies kreeg hij les. Vraag me niet waarin, ik was een jaar of vijf dus wist ook nog niet zo veel. Als ik boos was moest hij het stevig ontgelden. Dat heeft hem meer dan eens een oor en zijn oogjes gekost. Hij kwam er trouwens genadig van af, bij mijn barbiepop rukte ik gewoon een arm, been of hoofd af. Als knuffels en poppen een ziel zouden hebben, zouden ze ongetwijfeld een keer wraak nemen. 

Maar nu heeft Cocky dus een mooi en rustig plekje. Zijn oor en ogen zijn al lang geleden in ere hersteld. Af en toe wordt het stof van hem afgeklopt. Of hij krijgt gezelschap van de kat die hem heel lief vindt. Maar meestal staat hij gewoon te staan. En soms brengt hij leuke jeugdherinneringen naar boven en sta ik even mijmerend bij hem stil. Zoals nu. Dank je wel Cocky.



© Anja, 8-8-2012

Geloof, hoop en liefde


Ze ging de kerk binnen en liep langzaam door het middenpad naar voren. Haar voetstappen echoden tegen de muren, klonken veel te luid in de verder lege kerk. Uit haar handtasje diepte ze een muntstuk op dat ze in het daarvoor bestemde blikje stopte. Vervolgens stak ze een kaarsje aan en ging op de voorste bank recht tegenover het altaar zitten. Haar door artritis misvormde vingers bewogen over de kralen van de rozenkrans. Haar gerimpelde lippen bewogen nauwelijks terwijl ze zachtjes het Onze Vader en de Weesgegroetjes voor zich uit prevelde.

Ze dacht aan haar man die vorige week was overleden. Het was een mooie dienst geweest, hier in deze kerk. Precies zoals Harry het gewild had. Ruim vijftig jaar waren ze samen geweest, het grootste deel van haar leven. En nu was hij weg. Voor altijd.
Sinds de begrafenis voelde ze zich verloren, eenzaam. Ze miste hem. Daarom kwam ze iedere dag naar de kerk, om in de serene stilte terug te denken aan alle herinneringen die ze samen hadden gemaakt.

Ze keek op naar het altaar, naar de beeltenis van Christus aan het kruis. Ze zag hoe het zonlicht door de glas-in-lood ramen scheen waardoor zich een prachtig kleurenpalet op de marmeren tegels aftekende. Ze snoof de geur van wierook op, vermengd met de geur van gedoofde kaarsen. Ze hoopte dat ze in dit huis van God de steun en kracht zou vinden om de laatste jaren van haar leven zonder Harry door te gaan. Maar ze voelde zich leeg, binnenin haar bleef het stil, er kwam geen enkel teken.

Zuchtend stond ze op, maakte een kruisteken en liep langzaam, met gebogen hoofd, de kerk uit. Er biggelde een traan over haar wang. Ze had niet alleen haar Harry maar ook haar geloof verloren.



Een verhaal voor de WE-300. WE-300 is een uitdaging van Plato: schrijf een verhaal/blog van exact 300 woorden over een bepaald woord, maar gebruik dat woord niet in de tekst. Woord voor de maand augustus is: verlaten. Meer lezen of meedoen? Kijk op http://platoonline.wordpress.com.



© Anja, 5-8-2012