“Hallo, Anja wakker worden, hallo”. Het klinkt vaag, ver, vreemd. Iemand raakt haar schouder aan en ze opent verwart haar ogen. Er staat een wildvreemde man naast haar bed, vriendelijk glimlachend dat wel, en ze flapt eruit “wat doe jij hier?” De man schiet nu hard in de lach en zegt “ik werk hier”. Langzaam dringt alles weer tot haar door. Ze zag wormpjes en zwarte stipjes, ging daar toch maar mee naar de huisarts, zat een dag later in het ziekenhuis en op dag twee was ze geopereerd omdat het netvlies in haar linker oog los zat. En nu werd ze wakker geschud uit de heerlijke vergetelheid van de narcose.
Een week verder merkt ze dat, ook al ziet ze nog weinig in
de letterlijke betekenis van het woord, ze toch ontzettend veel kan ‘zien’. De
lieve goede vriend die haar steeds op en neer brengt naar het oogziekenhuis
(een rit van 140km), de ontzettend mooie bos bloemen een dag na de operatie van
haar sportschool-collega’s, de vele lieve persoonlijke kaarten (soms inclusief
chocola), de vele mensen die bellen en appen. Zo hartverwarmend, zo fijn.
Ook alle ellende van de wereld komt ‘binnen’. Ze moet rusten
dus kijkt zo goed en zo kwaad als het kan tv. Je suis Charlie, een Joodse supermarkt,
Boko Haram, noem het maar op. De wereld
draait door, en dan heb ik het niet over dat tv-programma met die hoogst
irritante presentator. Onverdraagzaamheid, ongelijkheid, haatzaaierij over en
weer.
Zo ontzettend blij als ze is dat ze het zicht in haar beide
ogen nog heeft, zo ontzettend hoopt ze dat iedereen op de wereld zijn ogen
opent en we elkaar zien zoals we zijn: mensen, allemaal hetzelfde, ongeacht
geloof, overtuiging of huidskleur. Allemaal op zoek naar vrijheid, vrede en geluk.
©Anja, januari 2015