Burned but not broken



Het kwam zomaar van de ene op de andere dag. En toen het even plotseling weer weg was werd het haar op een pijnlijke en harde manier duidelijk: er was meer schade aangericht dan ze aanvankelijk dacht en voor mogelijk had gehouden. Deze orkaan vol leugens had een ravage achtergelaten, een ruïne van wat ooit was.

In eerste instantie vond ze het lege en verlatene wel best. De boel was om haar heen ingestort en daar kon ze wel mee leven dacht ze. Ze had voor hetere vuren gestaan toch? Ze merkte wel dat het steeds verder afbrokkelde, als een niet te stuiten erosie. 
En ze had geen rekening gehouden met het vechtertje in haar, dat kleine stemmetje dat het altijd beter lijkt te weten. Dat maar bleef fluisteren “dit gaat niet vanzelf over, je zult hard aan het werk moeten, anders wordt het nooit meer bewoonbaar”.

Het duurde een paar maanden voor ze over een opknapbeurt begon na te denken. Ze ging steeds meer inzien dat ze de boel overhoop moest halen. Het afbreken had iemand anders gedaan, zij was de enige die het weer kon opbouwen. Steen voor steen, dag voor dag. Als ze nu niet ingreep bleef er alleen een braakliggend terrein over. 
Dus stroopte ze de mouwen op en ging aan het werk. Rigoureus, soms rancuneus, af en toe radeloos, vol vragen, onbegrip en ongeloof. Maar altijd met een niet aflatende volhardendheid. Ze zou dit voor elkaar krijgen, ze moest dit voor elkaar krijgen.

Meer dan een jaar heeft ze gebouwd, gemetseld, gevoegd, verbouwd en opgebouwd. Het is nog lang niet af, maar de fundamenten zijn weer sterk. Sterker dan ooit eigenijk. Zij gelooft er weer in. Haar enige twijfel zijn die muren er om heen... zal ze daar ooit weer een deur in maken?



©Anja, september 2014.


Een verhaal voor de WE-300. De WE-300 is een uitdaging van Plato: schrijf een verhaal/blog van exact 300 woorden over een bepaald woord, maar gebruik dat woord niet in de tekst. Woord voor de maand september is: renoveren. Lees meer over de WE-300 op http://platoonline.wordpress.com/.