I'm your hell, I'm your dream, I'm nothing in between - ik ben Anja

Eigenlijk durf ik dit niet, maar hier een inkijkje in mijn persoontje. Een kleine biografie. Een momentopname, want niets is zo veranderlijk als een mens. En lees het zoals ik het geschreven heb: met een vette knipoog!


Hoe was jij als kind?
Een vrolijke spring in’t veld met pijpenkrullen en altijd een lach op mijn gezicht. Mooie herinneringen aan de vakanties. In de auto, met tent en de halve huisraad (ja inclusief de zak aardappelen!), naar Oostenrijk of Zwitserland. Lange dagtochten in de bergen, zwemmen in ijskoude meertjes, ravotten in snelstromende beekjes, als ik er aan terugdenk word ik weer blij.
Wat me verder zo te binnen schiet: bezoekjes aan mijn oma waar ik midden in de zomer het hele huis vol kerstversiering mocht hangen; kikkers vangen in de weilanden; slootje springen en drijfnat thuiskomen met kroos in mijn haar; op het dak van de school klimmen en er niet meer vanaf kunnen zodat de brandweer moet komen… Ik kan zo nog uren doorgaan.

Verder had ik toen al een enorme fantasie. Mijn poppen en beren kregen alle verhalen te horen die ik maar kon verzinnen. Ik ging ook rustig bij de groenteboer op het trapje zitten en daar in een volle zaak een heel verhaal vertellen, ik verzon het ter plekke. Opstellen schrijven op school vond ik geweldig, het lukte me alleen niet al mijn fantasie op slechts 1 A4 neer te schrijven.

Op mijn 11e overleed mijn vader aan kanker, na een ziekbed van slechts drie maanden. De in mijn meisjesogen stoere vader eindigde als een zieke man van 37 jaar jong en slechts 50kg. Ik zal dat beeld nooit meer van mijn netvlies krijgen.
Door deze gebeurtenis is mijn leven ingrijpend veranderd en was mijn jeugd over, ook al besefte ik dat pas jaren later. Mijn moeder is sindsdien ontelbare keren overspannen en depressief geweest, heeft meerdere zelfmoordpogingen gedaan en ontpopte zich tot een egoïstische, narcistische en vooral manipulatieve persoonlijkheid die steun, troost en zorg van haar jonge dochter verlangde. Tot op de dag van vandaag is zij het slachtoffer omdat ze zo jong weduwe werd; ze heeft er nooit bij stilgestaan hoe het was voor haar 3-jarige zoon en 11-jarige dochter om hun vader te verliezen.
Als volwassen vrouw heb ik deze ervaringen een plek kunnen geven. Achteraf gezien ben ik er goed vanaf gekomen. Met wat ik op zo’n jonge leeftijd voor mijn kiezen heb gehad, had ik ook zomaar een vaste klant bij de GGZ kunnen zijn. Of de eerste Nederlandse vrouwelijke seriemoordenaar omdat ik vroeger niet begrepen werd hahaha. Maar volgens mij ben ik redelijk normaal en ongevaarlijk.

Uiteraard liggen in de ervaringen uit mijn jeugd de wortels van mijn (galgen)humor, positiviteit, zelfstandigheid en relativeringsvermogen. En ook de drang om dingen die ik wil doen vooral niet uit te stellen tot morgen (ik griezel van de opmerking “als ik met pensioen ben dan ga ik….”). En een altijd optimistische levenshouding: een dag niet gelachen is een dag niet geleefd, niet zeiken over zaken waar je toch niets aan kunt veranderen, en zet de bloemetjes buiten want voor je het weet zit je zelf in een vaas.

Wat is jouw passie?
Dat zijn er meer dan één. Motorrijden: op dit moment heb ik zelf geen motor maar ik reed een Suzuki GSX-R750, voor de niet-kenner, dat is een supersport, zo’n ‘buikschuiver’. Ik kick op snelheid, heerlijk plat door de bochten of het gas open op de Duitse autobahn of het circuit. Het heeft me ook wel wat geld aan bekeuringen gekost want oom agent is er meestal wel als ik hem net niet nodig heb. Ook altijd leuk was in leren motorpak op mijn werk arriveren en dan vijf minuten later in rok, blouse en hoge hakken weer uit het toilet opduiken; er zijn mensen die nu nog denken dat ik een tweelingzus heb!
Hardlopen: van een rustige 5km tot de marathon. Ik heb de marathons van Rotterdam, New York en Berlijn gelopen, geen wereldrecords helaas (ik ben een opgevoerde slak), maar wel vol trots dat ik ze heb uitgelopen.

Wat/wie lees je graag
Voornamelijk psychologische en literaire thrillers. Ben een grote fan van Mo Hayder en Karen Slaughter. Daarnaast ben ik ook gek op reisverslagen en boeken over beklimmingen van de Mount Everest, K2 en expedities.

Wat is je favoriete voedsel?
Sushi! En kaasfondue. Maar liever niet tegelijkertijd.

Wat zijn je hobbies?
Sporten (hardlopen, spinning). Lezen en uiteraard schrijven. Kijk ook heel graag naar films, zolang ze maar spannend en/of griezelig zijn.

Heb je vreemde gewoonten?
Ehh… ik zeg zelf altijd dat ik prettig gestoord ben en daarom zoveel lol in mijn leven heb. Dus ik zal ongetwijfeld vreemde gewoontes hebben. Is het vreemd als je keihard in de auto met de radio meezingt, ook zomers als je vergeet dat je raampje open staat? Of als je om de een of andere reden altijd struikelt, ook als er niets is om over te struikelen (ik struikel nog over de middenstip op een leeg voetbalveld). Of als je altijd iets grappigs ziet gebeuren op straat en dan de slappe lach krijgt, ook als je alleen bent, zodat andere mensen denken dat je gek bent?

Heb je huisdieren?
Ja, ik woon samen met Harley, een rode kater van het merk Maine Coon. Een eigenzinnig tiepje dat thuis eigenlijk de dienst uitmaakt.

Wat speelt er nu een grote rol in je leven?
Keihard werken om een nieuw tweedehands autootje bij elkaar te sparen voordat mijn huidige het echt begeeft.

Hoe zit het op liefdesgebied?
Na twee huwelijken en nog eens twee lange relaties nu single. Kijk met plezier op mijn relaties terug, geen bitterheid of vijandigheid. Ik geloof alleen niet meer in “voor altijd”. Wil zeker niet de rest van mijn leven single blijven, maar zit ook niet te wachten op een zappende zeur op de bank. Een aantal bekende vrouwen geeft denk ik het goede voorbeeld: een lat-relatie, bij voorkeur met een brok temperament van minimaal 10 jaar jonger, en dan de uitvoering van bijgaand fotootje… ohlala ;-)

Wat gaat jou aan het hart?
Een hele goede vriend van me die het om diverse redenen heel moeilijk heeft.

Waar heb je een hekel aan?
Oneerlijkheid en achterbaksheid. Onrechtvaardigheid. Discriminatie. Negativiteit. Bumperklevers. Spinnen. Mensen die kauwgom eten met hun mond open.  


© Anja den Tieter, 21-9-2012

Ook gepubliceerd op www.boekvoorhaar.nl, als bijdrage aan 'wie ben ik'/


Dag 187 – woensdag 19 september

Iedere week publiceren wij een hoofdstuk uit het dagboek dat onlangs is gevonden op een onbewoond eiland in de Pacific. Vandaag dag 187…


Vanmorgen wakker geworden toen de warmte van de zon mijn hut in een oven veranderde. Bijna de hele nacht wakker gelegen door het gekrijs van de apen. Het klonk niet zo vijandig als twee nachten geleden, toen er een flinke strijd werd geleverd om de plek voor het alfa-mannetje. Nee, vannacht klonk het vriendelijker, alsof ze plezier hadden. Maar ik lag er van wakker. Ik merk dat nachtrust een van de belangrijkste voorwaarden is om te overleven. Naast eten en drinken natuurlijk. Mijn verzwakte lichaam heeft slaap nodig. Overdag is het te heet om te slapen. ’s Nachts houden de apen me wakker. En die andere geluiden. Soms kan ik het even niet meer hebben. Maar goed, het is tijd voor mijn wasritueel.

Ik sta op van mijn bed. Had ik al verteld dat ik gisteren mijn bed ‘verschoond’ heb? Hahaha, echt waar! Heb de palmbladeren weggehaald en vervangen door verse bladeren. Als ik mijn ogen dicht doe kan ik bijna de pasgewassen lakens van thuis ruiken, de frisheid van Lenor… Ik loop naar de waterkant en zeep mijzelf in met zand. Mijn huid is inmiddels gewend aan deze dagelijkse scrubbeurt. Vervolgens loop ik het water in en laat me achterover vallen. Ik dobber even doelloos op mijn rug, draai me dan om en begin aan mijn lichaamsbeweging. Tien keer heen en weer tussen mijn hut en de scheefstaande palmboom verderop, borstcrawl heen, rugcrawl terug. Alle gedachten dring ik even weg, mijn geest is leeg. Ik zwem.

Na mijn ontbijt, bestaande uit de laatste restjes kokos en twee slokken ananassap, pak ik mijn zakmes en rugzak. Er moet een nieuwe voorraad proviand komen, ik ben zo’n beetje door alle vruchten en noten heen. De dode aap die ik eergisteren heb gevonden, heb ik gevild en schoongemaakt. Het vlees hangt in de zon te drogen. Ik denk dat dit nog een dag of twee moet blijven hangen omdat ik nog steeds zo hier en daar wat maden zie kruipen. Ooit heb ik eens gelezen dat het laten drogen in de zon het verrottingsproces versneld. Daarna kan ik het veilig eten. Hoop ik. Diarree door het eten van bedorven vlees is meer dan alleen lastig, het zou weleens mijn dood kunnen zijn.

Ik ga op pad en loop achter mijn hut het oerwoud in. Naast mijn zakmes neem ik voor alle zekerheid ook de bijl mee. Als verdediging. Niet voor de apen, nee, zij hebben me inmiddels als één van hun geaccepteerd en zien mij als volkomen ongevaarlijk.
Het zijn die andere geluiden die ik ’s nachts soms hoor. De kreten van pijn, het ijselijke gegil waaruit pure angst spreekt, de daarop volgende stilte die nog veel beangstigender is. In het begin was ik dolblij de kreten te horen. Ik was er van overtuigd dat ik toch niet de enige was die de crash met de Boeing in zee had overleefd, dat er ergens op het eiland nog iemand was aangespoeld. Zwaargewond misschien, vandaar de kreten. Ik heb dagenlang over het eiland rondgelopen, roepend, zoekend naar een spoor van menselijk leven. Tot nu heb ik het niet gevonden. Tenminste, geen menselijk leven. Maar er is wel degelijk iets op dit eiland, iets wat leeft maar niet tastbaar is. Het is ronduit kwaadaardig en het maakt me doodsbang.

Maar ik zal toch moeten eten. Dus ik moet het oerwoud in. Er is een gedeelte op dit vermaledijde eiland waar de kokosnoten en ananassen bijna vanzelf uit de bomen vallen, waar de lekkerste noten en eetbare planten groeien. Waar ik in een halve dag genoeg proviand vind om weer een dag of drie te overleven. En er is die bron, met zoet water. Onbegrijpelijk. Een eiland midden in de Pacific, en dan komt er zoet water uit de rotsen. Het is een stukje paradijs op aarde. Maar zeker niet onbewoond. Dit gedeelte is het territorium van iets.

Beste vinder van dit dagboek, als u dit leest betekent dit dat ik te dicht in de buurt ben gekomen van dat andere dat hier op het eiland aanwezig is. En het betekent ook dat ik die ontmoeting niet heb overleefd. Ik kan u de details van mijn, vermoedelijk wrede, dood niet vertellen. En dat is denk ik maar goed ook. U zult de horror van wat mij overkomen is niet willen en kunnen begrijpen, laat staan geloven.
Maar tot die tijd zal ik dagelijks in dit dagboek blijven schrijven. Ik zal vertellen over wat ik zie, eet, ruik maar vooral voel. En ik zal blijven vertellen over mijn hoop. De hoop dat iemand uiteindelijk het wrak van de Boeing gaat zoeken. En mij vindt. Op tijd.

© Anja den Tieter, 19-09-2012
**********

Dit verhaal is een inzending op de schrijfwedstrijd van Schrijfatelier Alicia, gepubliceerd via www.boekvoorhaar.nl.